Karakter

De Australische Terrier is ontstaan uit diverse Engelse Terriers (o.a. Cairn, Dandie Dinmont) en Australische Silky Terrier.
Tot 1889 was dit ras onder diverse andere namen bekend, maar met de komst van een liefhebbers vereniging werd het definitief Australische Terrier. Er gaan geruchten dat dit ras oorspronkelijk uit een Yorkshire Terrier gefokt werd die aan boord van een schip mee was gesmokkeld en met een Cairn Terrier achtige hond werd gekruist. Het is een prettige hond met een vacht die tegen alle weersomstandigheden kan.

Gebruik:
Gezelschapshond.

Activiteit:
De Australische Terrier heeft een enorme energie.
                         

Verschijning:
De Australische Terrier is een laagbenige, compacte en levendige hond. Het lichaam is lang in verhouding tot de schofthoogte en heeft een rechte rug.
De benen zijn tamelijk kort. Tamelijk lange hals.

Kleur:
Bij voorkeur blauwe romp met tan op de benen en gezicht. Kuif blauw of zilver. In de tweede plaats zandkleurig of rood.

Hoofd en schedel:
Lang, met vlakke schedel, goed gevuld tussen de ogen. Lichte stop. Kaken lang en krachtig. zwarte neus. De ogen zijn klein en donker en hebben een scherpe blik. Kleine oren, rechtop staand of knopoor. Schaargebit.

Staart:

Voeten:
Klein, goed gevormd en met stevig eeltkussentjes. Zwarte nagels.

Beharing:
Hard, recht, ongeveer 5 cm lang. De kuif is van zachter haar.
De oren hebben een korte beharing, de hals een rijke.

Schofthoogte:
Reu en teef zijn gemiddeld 25 cm.

Aard:
Pienter
Aanhankelijk
Bereidwillig
Moedig
Sterk
Dol op kinderen

Bron: doggynet